Erwten en Peulen

Hierover bestaat een hardnekkig misverstand : peultjes zijn geen jonge doperwten !
Alle doperwten hebben een perkamentachtige, harde wand die zelfs na lang koken onverteerbaar blijft. het enige dat men kan eten zijn de “gedopte” zaden. Er bestaan stam- en rijserwten, de stamerwt vormt een struikachtige plant terwijl de rijserwt ranken vormen die langs gaas geleid worden. Men onderscheidt “rondzadige” en “kreukzadige” erwten.
Voor vroege uitzaai gebruikt men het liefst de rondzadige, die vervolgens gebruikt worden in de erwtensoep.
De kreukzadige zijn wat gevoeliger voor vorst en veel zoeter.
Voor een vroege oogst kan men vanaf half januari al voorzaaien in een kweekkasje waarna ze, na afharden, eind maart uitgeplant kunnen worden.
Voor een late oogst kan men in de volle grond, op regels, zaaien van eind april tot ongeveer half mei.